• Politiek is verwaterd en het presidium is de weg kwijt

    De politieke cultuur is verambtelijkt. Dat blijkt weer met de ‘soap’ rond Arib.

    https://www.nrc.nl/nieuws/2022/10/10/politiek-is-verwaterd-en-het-presidium-is-de-weg-kwijt-a4144653

    Als oud-lid van het presidium, onder voorzitterschap van Wim Deetman (CDA), heb ik met stijgende verbazing de soap rond Khadija Arib (PvdA) gevolgd. Dat een voorzitter met droge ogen de landsadvocaat inschakelt als ze niet weet wat ze moet doen en vervolgens een onderzoek afkondigt naar het functioneren van haar voorgangster tekent wel het verlies aan begrip voor de onderscheiden rollen: politici en ambtenaren.

    Laat ik kort zijn: dat Arib als voorzitter op vele tenen heeft getrapt en ambtenaren soms ronduit heeft beledigd, geloof ik best. NRC heeft daar grondig onderzoek naar gedaan, dus daar zal wel wat van waar zijn. Bovendien, alle politici die in het openbaar werden gezien als sterke spelers en gezag inboezemden, maakten er intern heel vaak een puinhoop van. Stel je toenmalig partijleiders Joop den Uyl (PvdA) of Frits Bolkestein (VVD) voor als voorzitter van het presidium en je ziet meteen de brokstukken achter de beroemde ruggen liggen.

    Velen van hen hebben heel wat medewerkers versleten en de verhalen over nachtelijke werktijden, wispelturig gedrag, grommen en snauwen waren niet van de lucht. Was dat normaal? Ja, vaak wel, maar dat wist iedereen en daar ging je dus mee om, ook de medewerkers van de Tweede Kamer die kwamen uithuilen bij andere Kamerleden, want in die tijd zat je nog wel eens koffie te drinken of ging je naar Nieuwspoort om bij te praten met journalisten die vervolgens niets lieten lekken, want er kwam wel weer eens een nieuwtje wat wél van belang was.

    Loyaal

    De diepere achtergrond van die cultuur was de overtuiging dat politici een andere, vaak wat explosieve, rol te vervullen hebben en ambtenaren daar loyaal aan moeten bijdragen, net als medewerkers van de fractie. Ook de kopstukken wisten dat en daarom was er altijd wel een vicevoorzitter bij wie je terecht kon als de leider weer eens uit de bocht was gevlogen met zijn snauwen en grommen bij nacht en ontij. Denk maar aan Ed van Thijn (PvdA), ook wel genoemd de schildknaap van Joop den Uyl.

    Zo was er een helder evenwicht waarbij het contact met ambtenaren was voorbehouden aan de meer fijnbesnaarde Kamerleden en dito medewerkers die de uitkomst daarvan dan weer op een juist moment, en alleen indien nodig, aan de leider vertaalden. Want die had per definitie niet veel op met ambtelijke hindernissen. Of zoals mijn oud-collega Joop Wolff (CPN) het zei: „In het heetst van de strijd breekt er wel eens een raam of valt er wel eens een boom. Dat hoort erbij!”

    Politici zijn per definitie niet geschikt als manager. En andersom

    De kentering werd in de jaren negentig ingezet toen ineens – ook binnen GroenLinks – het verschijnsel van functioneringsgesprekken werd geïntroduceerd voor Tweede Kamerleden. Ik begreep er niets van. Je bent toch niet in dienst van de fractievoorzitter! Een Kamerlid wordt gekozen door zijn of haar kiezers en aan de kiezers heb je je te verantwoorden.

    Maar de verambtelijking, inclusief het schrijven van ambtelijke stukken, was niet meer te stuiten en daarmee de verwatering van wat politiek eigenlijk is en hoort te zijn zoals verbinding met de kiezer, richting geven in grote maatschappelijke vraagstukken of het opkomen voor belangen tegenover de regering.

    Het tumult rond Arib geeft aan hoever de politiek is verwaterd en hoezeer het presidium zelf, en niet alleen de voorzitter, de weg is kwijt geraakt. De rolverwisseling is angstaanjagend.

    Immers: ambtenaren die zich onveilig voelen moeten bij de griffier en diens organisatie terecht kunnen. Dat is hun werkgever. Niet het presidium. En als dat niet lukt – of de griffier stapt weer eens op – dan is er de klachtenprocedure, de vakbeweging, de ondernemingsraad of een onafhankelijke commissie.

    Dwingen

    Lukt dit allemaal niet – en blijkens het verhaal in NRC is dat zo – dan dient de griffier niet af maar op te treden en desnoods een veilig werkklimaat af te dwingen bij het presidium. De griffier kan als werkgever een onderzoek laten instellen – desnoods door de Landsadvocaat, hoewel ik niet begrijp waarom dat nodig is. In geen geval is dat de voorzitter van het presidium die geen werkgever is. Zij heeft niet de positie om opdracht te geven voor welk onderzoek naar het werkklimaat van ambtenaren dan ook, behalve naar het functioneren van het presidium zelf en dat lijkt me geen overbodig idee.

    De enige conclusie die getrokken zou moeten worden: verhelder de politieke rollen en laat politici geen ambtenaren aansturen. Dat onderscheid is niet nieuw. In ministeries is daar de secretaris-generaal voor, de hoogste ambtenaar, die overigens niet zelden met de minister in de clinch ligt en zijn/haar ambtenaren verdedigt tegenover politici die zich niet altijd houden aan werktijden of beleefdheidsnormen.

    Is de griffier in de Tweede Kamer overbelast? Dan is een adjunct griffier, uitsluitend voor personeelszaken, misschien geen overbodige luxe. En verder moet weer volkomen duidelijk worden waar de politiek nu eigenlijk voor is. Versterking dus van de politieke rol, het is al eens eerder opgemerkt. En houdt politici op grote afstand van het personeelsbeleid. Als ze dat leuk vinden, moeten ze de politiek niet ingaan.

    13 October 2022 lees verder
  • Diploma VPR-A behaald

    VPR-A specialisatieopleiding Privacy en gegevensbeschermingsrecht

    Privacywetgeving wordt steeds belangrijker, zeker nu digitale systemen onze wereld meer gaan beheersen dan menselijke tussenkomst. Daarom ben ik ook zo gefascineerd door de rechtspraak van het Europese Hof en de Europese wetgeving die op stapel staat o.a. op het gebied van AI (artificial intelligence ). Ook de Autoriteit Persoonsgegevens laat van zich horen, deze week nog met een boete voor de belastingdienst van 2,75 miljoen euro wegens discriminerende verwerking van persoonsgegevens in het kader van de Toeslagenaffaire. https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl/nieuws/boete-belastingdienst-voor-discriminerende-en-onrechtmatige-werkwijze Als advocaat privacyrecht wil ik het beste voor mijn klanten bereiken, actueel en deskundig zijn op dit terrein. Daarom ben ik best een beetje trots dat ik op 25 november mijn diploma VPR-A specialisatieopleiding Privacy en gegevensbeschermingsrecht heb gehaald bij de Universiteit van leiden, mede dankzij een fantastisch team o.l.v. hoogleraar privacyrecht/advocaat Gerrit Jan Zwenne en advocaat bij Kennedy van der Laan  Hester de Vries ! Uiteraard ben ik nu ook lid van  VPR-a , de Vereniging Privacy Recht advocaten. De Vereniging Privacyrecht Advocaten heeft als doel kennis op het gebied van het privacyrecht te bevorderen en te verspreiden. Lidmaatschap van de VPR-A is ook een kwaliteitskeurmerk. De (aspirant) leden zijn advocaten die zich aantoonbaar vergaand hebben gespecialiseerd in het privacyrecht en zich op dat terrein blijven ontwikkelen. De VPR-A draagt het keurmerk specialisatievereniging van de Nederlandse Orde van Advocaten. https://vpr-a.nl Gewapend voor de toekomst, zullen we maar zeggen!

    08 December 2021 lees verder
  • NH Nieuws | geschreven door R.J. de Boer

    Communist Ina Brouwer stond aan de basis van GroenLinks

    Door Robert Jan de Boer AMSTERDAM - In de serie 'Iconen' voegen we iedere keer een nieuw portret toe aan de eregalerij van Noord-Hollandse grootheden. Deze week is dat Ina Brouwer. Zij wilde als student de wereld veranderen en sloot zich aan bij de CPN. Later speelde zij een belangrijke rol in het totstandkomen van GroenLinks. Biografie: Naam: Ina Brouwer Geboren: Rotterdam, 11 april 1950 Beroep: fractievoorzitter CPN, duo-lijsttrekker GroenLinks, directeur emanciptatiezaken, advocate, schrijfster Als student kwam Ina Brouwer in Groningen terecht. Het "rode" Amsterdam was geen plek voor zijn dochter, vond vader Brouwer, VVD'er in hart en nieren. In Groningen woonden opa en oma, die konden goed een oogje in het zeil houden. Dat pakte anders uit. In eerste instantie voldeed Ina aan alle verwachtingen: ze studeerde rechten en sloot zich aan bij het corps. "Ik vond het vreselijk", voegt ze er gehaast aan toe. "Het was 1968. Het bruiste overal, behalve in Groningen." Een reis naar India gooide haar hele leven overhoop. De armoede die ze daar zag, veranderde alles. "En als je iets wilde doen in die tijd, dan kwam je oude communisten tegen." "De CPN was een volkse partij", zegt Ina Brouwer. "Een echte actiepartij. Niet alleen maar theoretisch. De CPN was tegen de apartheid, voor Vietnam, de vrouwenbeweging, het opvangen van Chileense vluchtelingen, noem het maar op. Het was een hele bruisende beweging." Brouwer maakte indruk binnen de partij, zozeer zelfs dat ze op een gegeven moment namens de CPN in de Tweede Kamer terechtkwam, in een fractie geleid door Marcus Bakker. Toen Bakker stopte, werd Brouwer ook nog eens naar voren geschoven als zijn opvolger. Ze kreeg daarbij te maken met een richtingenstrijd binnen de partij: feministen, vernieuwers en orthodoxen vlogen elkaar regelmatig in de haren. Ze ging met iedereen de discussie aan, maar kon het nooit goed doen. Haar naam werd door sommige communisten zelfs van de verkiezingsposters geknipt. Zo'n beetje iedere stroming binnen de CPN verweet haar met de ander in gesprek te zijn. GroenLinks Brouwer deed uiteindelijk het licht uit bij de CPN. "Dat was niet wat ik wilde", zegt ze erbij. "In 1986 wilde ik samen met PSP, PPR en EVP, maar de PSP lag dwars. Fred van der Spek zag het helemaal niet zitten. Dus we moesten allemaal apart de verkiezingen in. Dat werd een ramp: PSP kwam met een zetel in de Kamer, PPR met twee, CPN was eruit en EVP ook." Voor Ina Brouwer was samenwerking onvermijdelijk: "We denken hetzelfde, we doen hetzelfde." Maar toen dat eenwordingsproces volgens Brouwer onvoldoende opschoot, stelde ze zich beschikbaar als lijsttrekker, samen met Mohamed Rabbae. Ze wonnen het referendum, maar het ontbrak aan een stevige machtsbasis. "Er was veel weerstand", herinnert Brouwer zich. "Bij de verkiezingen in '94 verloren we een zetel. Toen heb ik gezegd: dan ben ik te vroeg geweest. Ik heb te weinig draagvlak, dus toen ben ik opgestapt." "Ik ben niet de enige geweest die heeft bedacht dat de CPN met andere linkse partijen moest gaan samenwerken", zegt Brouwer. "Daar waren heel veel mensen mee bezig. Maar ik was wel de enige die lijsttrekker werd en dat kon verwoorden, omdat ik er in geloofde. Zo ging dat bij het duo-lijsttrekkerschap, het emancipatiebeleid en als advocaat. Ik neem geen zaken aan waarin ik niets zie. Ik neem alleen zaken aan waarvan ik denk: dat is heel naar dat zoiets gebeurt. Daar ga ik eens eventjes achteraan." Bekijk het fragment

    17 March 2021 lees verder
  • NRC | geschreven door Ina Brouwer

    Het monopolie van de landsadvocaat is uit de tijd: afschaffen

    De baas van landsadvocatenkantoor Pels Rijcken heeft fraude gepleegd. Oude privileges zijn oorzaak van een ongezonde bedrijfscultuur, meent Ina Brouwer. Hoe kon de voorzitter van het kantoor van de landsadvocaat Pels Rijcken ongezien 10 miljoen euro stelen? Dat was de vraag die NRC zich stelt ( 6/7 mrt) over het geraffineerd frauduleus handelen van de voormalige bestuursvoorzitter Frank Oranje die zo’n 10 miljoen stilletjes wist over te boeken op privérekeningen. Jarenlang kon hij zijn gang gaan zonder dat kantoorgenoten vragen stelden of een accountant er iets verdachts in zag. „Onbegrijpelijk”, aldus een oud-notaris die zelf op een van de grote kantoren werkte. Het gebruikelijke ‘vier-ogen-principe’, dringend aanbevolen bij het beheer van derdengelden door de Nederlandse Orde van Advocaten, werd bij de landsadvocaat kennelijk niet toegepast. Wegkijken De deken van de Haagse orde van advocaten stelt een onderzoek in, evenals de toezichthouder op het notariaat. Maar minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie, CDA) ziet „geen aanleiding tot zorg ten aanzien van de kwaliteit en legitimiteit van de landsadvocaat”, aldus zijn brief aan de Tweede Kamer. Opmerkelijk is dat niemand zich de vraag stelt hoe deze cultuur van wegkijken kon ontstaan? En wat heeft de monopoliepositie van de Landsadvocaat ermee te maken? Een bestuursvoorzitter van een groot en gerespecteerd advocatenkantoor die jarenlang miljoenen ongezien kon wegsluizen van derdenrekeningen? Waarom werden er geen vragen gesteld? Klaarblijkelijk heerst er bij het instituut van de Landsadvocaat een cultuur van geheimen en stilzwijgen, waarin fraude en corruptie kunnen ontstaan. De landsadvocaat is in de advocatenwereld een prestigieuze monopolist die bijna alle grote zaken van de overheid behandelt. Pels Rijcken doet meer dan duizend zaken per jaar voor de Staat, behaalt daarmee een gegarandeerde miljoenenomzet, en krijgt veel vertrouwelijke informatie, inzicht in handelen van publieke personen, en grote transacties. Dat betekent ook een delicate verhouding tot de benoemende instantie, tevens opdrachtgever, de minister van Justitie en met de toppen van alle ministeries. Een verhouding die haaks staat op de onafhankelijkheid die een advocaat dient te hebben. Geheime wereld Onder die omstandigheden is het voorstelbaar dat een landsadvocaat zich gemakkelijk laat meevoeren in de geheime wereld van topambtenaren, met zwartgelakte alinea’s in ambtelijke stukken, zoals we weten uit de Toeslagenaffaire. Voorstelbaar is ook dat hij gaat denken dat hij alles geheim moet houden, er niemand mag meekijken, zelfs zijn eigen kantoorgenoten niet. Van het een kan zo het ander komen. Een dergelijke monopoliepositie kan een voedingsbodem zijn voor fraude, corruptie en collusie. Daarom bestaan er ook Europese aanbestedingsregels. Vreemd genoeg zijn die kennelijk niet op de landsadvocaat van toepassing. Waarom eigenlijk niet? Europese aanbestedingsregels schrijven voor dat voor de aanbesteding van publieke diensten boven een bepaald bedrag, zoals de inhuur van externen, een openbare aanbesteding – tenminste drie aanbieders – dient plaats te vinden Het instituut van de landsadvocaat gaat echter van eeuwenoude privileges uit. Het instituut dateert uit de vijftiende eeuw toen steden in de Nederlanden voor de opstelling van plakkaten en brieven de hulp gingen inroepen van een vaste advocaat. Later voorzagen ook de Staten van Holland zich van een ‘advocaat van den Lande’ die tevens raadspensionaris was. Johan van Oldenbarneveldt is het bekendste voorbeeld. In de negentiende eeuw was Thorbecke landsadvocaat. Vanaf 1879 werd het aantal landsadvocaten teruggebracht tot één en werd zijn benoeming voorzien bij klein Koninklijk Besluit. De landsadvocaat functioneert onder de minister van Justitie. Sinds 1969, dus meer dan vijftig jaar, is de landsadvocatuur in handen van het advocatenkantoor Pels Rijcken. Alle landsadvocaten (het is een persoonlijke titel, het kantoor gaat mee) zijn partner van dit kantoor. Ze dragen daarmee een grote verantwoordelijkheid voor de fraude die in hun midden door hun eigen bestuursvoorzitter heeft plaatsgevonden. Ongeacht het resultaat van het fraudeonderzoek dat nu loopt moet de vraag beantwoord worden of het niet hoog tijd wordt dat dit instituut in lijn wordt gebracht met de antimonopolie- en aanbestedingsregels van Europa. Er zou bijvoorbeeld om de vijf jaar een openbare aanbesteding van de functie van landsadvocaat moeten plaatsvinden. Conform de eisen die aan iedere publieke organisatie wordt gesteld omwille van de broodnodige transparantie op de besteding van publieke gelden. Het is niet nodig te wachten op de uitkomsten van het onderzoek om die aanpassing aan de Europese regels in gang te zetten.

    09 March 2021 lees verder
  • HP DE TIJD | Geschreven door Frans van Deijl

    Het huidige links heeft weinig binding met de onderkant

    Bij het omzien naar 2020 overheerst één vraag: hoe kon de liberale, vrijzinnige cultuur van Nederland in de tweede lockdown hier en daar zo ontaarden in anarchisme? Voormalig CPN- en GroenLinks-lijsttrekker Ina Brouwer (70) laat haar licht schijnen over de coronacrisis en het falen van links. En: waarom deze gewezen communist haar vertrouwen tegenwoordig niet in de politiek stelt, maar in ondernemers en uitvinders. “In de dagen en weken na de intelligente lockdown was het in de buurt waarin ik woon (Nieuwmarkt, Amsterdam) weldadig rustig. De wijk knapte er echt van op. Er heerste een beetje een dorpsgevoel. Mensen maakten een praatje met elkaar. Ik zie mezelf nog staan in een immense rij vanaf het bejaardentehuis Flesseman naar Café Bern, waar bijzondere strandkrabbensoep werd verkocht. Dat had echt iets van de oorlog. Die anarchie is pas van na de zomer, toen het aanvankelijk de goede kant op leek te gaan maar er toch een lockdown-light noodzakelijk bleek. Ik denk dat de protesten tegen de maatregelen rationeel volkomen onzinnig waren, maar daar gaat het niet om. Mensen zagen een kans om van zich te laten horen en met hun onvrede op televisie te komen. En dan vervolgens veel volgers trekken op sociale media. Illegale feesten, rellen op het Binnenhof, toch lekker met z’n allen drinken, zo van: ‘na mij de zondvloed!’ Het is niet alleen een soort pubergedrag, maar vooral effectbejag om aandacht te krijgen.” Aandacht? “Ja, vooral sociale media wakkeren dat aan. We willen allemaal influencer zijn, we willen kennelijk allemaal beroemd worden. Mensen hebben een identiteit nodig, pas dan besta je. Dat doe je in deze tijd vooral door zo veel mogelijk op te vallen op sociale media en volgers te krijgen. Individualisering en – van recenter datum – de digitalisering en de globalisering zijn elkaar versterkende bewegingen die oude verbanden op losse schroeven hebben gezet, inclusief de autoriteit van deskundigen, kerken en politici.” De samenleving lijkt soms wel compleet losgeslagen. “Zo kun je het ook zeggen, ja. Maar dat heeft wel een lange voorgeschiedenis. In de jaren zestig en zeventig had je vooral collectieve bewegingen. Of je nou links was, rechts, gelovig, liberaal of conservatief, er was altijd wel een collectief waarbij je je thuis kon voelen. De progressieve bewegingen hadden een ding gemeen: ze wilden niet terug naar de verstikkende jaren van ervoor, van de wederopbouw. We waren meestal positief ingesteld, en nadrukkelijk op de toekomst gericht. Het moest na die vreselijke wereldoorlogen beter gaan in de wereld. Na de oorlog was er meteen een Koude Oorlog uitgebroken, en ons doel was om Oost en West weer te herenigen. Tuurlijk, we streden voor een betere wereld, vanuit een ongekend groeiende welvaart en steeds meer vrijheid, maar we wilden dat al het goede beter zou worden verdeeld. Binnen de CPN werd heftig gediscussieerd hoe zo’n democratisch socialisme vorm te geven, en datzelfde deden de Duitse Grünen en de Italiaanse communisten, maar toen de Berlijnse muur in 1989 dan eindelijk viel, kantelde het beeld totaal. Het kapitalisme eiste de overwinning op, het einde van de geschiedenis werd geproclameerd door Francis Fukuyama, het ‘individu’ en het ‘eigen initiatief’ waren de termen die een nieuwe tijd, een nieuwe wereld kenmerkten. De collectieven verdwenen of waren niet sterk genoeg.” In dat kader past wellicht ook Ruttes opstelling in deze pandemie om nooit bevoogdend te willen overkomen met al te veel en ingrijpende maatregelen. Hij vertrouwde op de eigen, individuele verantwoordelijkheid. Een houding die goed past bij een VVD-politicus. Maar was het bij nader inzien toch naïef? “Rutte doet het goed. Ik kan alleen maar m’n petje voor hem afnemen. In Nederland kun je niet veel anders. Het Zweedse voorbeeld had hij misschien kunnen volgen. Het andere uiterste, dat van Nieuw-Zeeland, zou hier nooit gewerkt hebben. Wat Rutte heeft gedaan, is het enige wat hier werkt. Natuurlijk worden er fouten gemaakt, maar je kunt in Nederland niet op elke hoek van de straat boa’s neerzetten. Dat werkt niet. Dit is ook een crisis waar naar mijn mening niks ideologisch aan zit. Lodewijk Asscher had het niet veel anders gedaan, daarvan ben ik overtuigd. Zelfs Baudet, ja zelfs hij, zou hetzelfde hebben gedaan als Rutte. Het is een kwestie van besturen, van een crisis managen, en dat doet Rutte heel erg knap. En fysiek blijft hij ook nog eens overeind.” Bent u tevreden over de Amsterdamse burgemeester Halsema, uw partijgenoot? “Femke is voor haar benoeming als burgemeester nooit bestuurder geweest. Zij moet dat met vallen en opstaan leren. En dat doet ze ook. Ik heb wel gedacht: dat had ik anders gedaan, zoals bij de Black Lives Matter-demonstratie op de Dam op 1 juni. Maar ja, dan heb ik ook de neiging om zo’n bijeenkomst te vergelijken met de manier waarop de oude CPN-leiders met demonstraties omgingen. Voormannen als de Groningse Fré Meis gingen niet af op politierapportjes, maar hadden hun eigen mensen die de boel in de gaten hielden. En als het nodig was, grepen ze zelf in om een massa tot kalmte te manen. Gewoon op een kistje staan en uitleggen wat er moest gebeuren. Het was misschien wat rauw, hoekig leiderschap, maar wel leiderschap met persoonlijke durf. Bij vakbondsleiders als Herman Bode zag je hetzelfde: ‘Willen we naar de Dam, dan gaan we naar de Dam!’ Dat type bestaat niet meer. De huidige generatie bestuurders is gewend zich te baseren op allerlei aanbevelingen van commissies, adviseurs, voorlichters vooral en politiek assistenten. Mensen die om hen heen cirkelen en die alles in de week leggen, om vooral maar geen fouten te maken. Dat is geen ideale cultuur om je persoonlijk leiderschap te ontwikkelen. Mark Rutte is een oude rot en trekt veel meer zijn eigen plan, en dat heeft hij volgens mij altijd al wel gedaan.” Wie kan Rutte nog afhouden van een nieuwe verkiezingsoverwinning? Sigrid Kaag? “Neuh, neuh… denk het niet. Ze is goed en heeft een krachtig profiel, maar Mark, ik ken hem al lang, is een speciale persoonlijkheid met, haha, anarchistische trekjes. Hij gaat zijn gang. Het is echt zijn missie om bestuurder te zijn. Om Nederland overeind te houden in deze crisis, en daar is hij goed in. Dus nee, ik zie op dit moment geen concurrenten voor hem.” Volgens Wikipedia bent u lid van de PvdA, maar ook van GroenLinks. U bent als het ware de verpersoonlijking van het zogeheten linkse blok, de wensdroom van menigeen, waarin GroenLinks, PvdA en SP samen optrekken. Toch komt dat blok er steeds maar niet van. “Klopt niet helemaal, ik was ooit enige tijd ook lid van de PvdA, maar ik ben nu alleen nog lid van GroenLinks. Destijds bij de vorming van GroenLinks (uit de partijen PSP, PPR, EVP en CPN – red.) was ik al voorstander van een volledig opgaan in een links blok, dus met de PvdA. Een beetje Labour-achtig. Maar het kwam er niet van, en anno 2020 zie je hetzelfde: ieder hecht aan z’n eigen hokje, en komt daar maar niet uit. Tsja, hoe komt dat? In beide partijen maken kleine groepen de dienst uit die erg hechten aan het eigen voortbestaan. Dat begrijp ik wel; destijds was er bij de CPN ook veel weerstand tegen de eigen opheffing. Da’s een heel proces, waar je veel geduld en overtuigingskracht voor moet aanwenden. Het is uiteindelijk gelukt omdat we in 1986 allemaal electoraal behoorlijk werden weggevaagd door de PvdA. Ik zou het heel krachtig vinden als GroenLinks nu met de PvdA zou opgaan in een nieuwe, open beweging met elan en ideeën waar bijvoorbeeld ook niet-leden zich bij kunnen aansluiten, zoals dat in de begintijd van GroenLinks het geval was.” Vóór de coronacrisis belegde Jesse Klaver allerlei bijeenkomsten in het land waar heel veel volk op afkwam, dus waarom zou hij met de PvdA gaan samenwerken? “Die bijeenkomsten waren prima, maar die zouden nog drukker bezocht zijn als we één groot, links blok waren geworden. Het is heel jammer dat links niet verder kijkt. GroenLinks is na de fusie eigenlijk een heel gewone partij geworden, heeft te zeer de uitstraling van ‘wij zijn de beste’ maar er is echt behoefte aan iets nieuws.” In het verkiezingsprogramma van GroenLinks wordt het leven na de corona-crisis geschetst. Strekking: de armen worden armer, de rijken rijker en het klimaat is in gevaar. GroenLinks is dacht ik toch ook de partij van de burgerrechten en aanverwante zaken, maar ik lees geen woord over hoe lang de overheid die rechten tijdens deze crisis kan blijven insnoeren. Geen letter over de balans tussen de maatregelen en de nadelen ervan, zoals obesitas, depressies, schoolachterstanden. “Ik ken dat programma op hoofdlijnen. Wat mij vooral opvalt is dat er niet wordt gesproken over de culturele component die in deze pandemie zichtbaar wordt. Waarom bijvoorbeeld worden Amsterdam en Rotterdam zo zwaar getroffen door corona? Dat heeft ook te maken met de verschillen tussen culturen, bijvoorbeeld de Surinaamse, de Turkse en Marokkaanse. Een goede vriend van mij, Marcel La Rose, oud-stadsdeelvoorzitter van Amsterdam-Zuidoost en zelf uit Paramaribo afkomstig, schreef op Facebook dat Zuidoost bovengemiddeld veel mensen met corona heeft, en hij waarschuwt voor de gevaren. Nogal wat Surinamers, hoort hij, denken niet erg vatbaar voor corona te zijn, bijvoorbeeld omdat er veel hete pepers in hun eten zitten. De Turkse en Marokkaanse familiecultuur verzet zich tegen de anderhalve meter afstand en de beperking van bijeenkomsten, zoals trouwens ook in de kerken op de Veluwe. Die culturen zijn gewend dicht op elkaar te leven. ‘Ons kan niks gebeuren’ is de opvatting. Maar dat blijkt toch een misverstand, want het aantal besmettingen onder die groepen is enorm. Dat is een realiteit waar je als links over moet praten.” Links kijkt weg, zoals het dat altijd heeft gedaan bij problemen met andere culturen. “Ja, daar zit wel wat in, terwijl die onderwerpen helemaal niet taboe hoeven te zijn, want mensen in die community’s kaarten het zelf aan. Links wordt op dit onderwerp denk ik toch geregeerd door angst. Als je op een afstand van die groepen staat, dan ben je bang dat je kritiek geeft op een cultuur die toch al onder druk staat en wordt aangevallen.” Maar ja, daardoor laat je de ruimte open aan Wilders en Baudet, en daarvoor aan Bolkestein, Pim Fortuyn en misschien zelfs Hans Janmaat. “Inderdaad, als het erop aankomt, durft links het niet aan, en dat is doodzonde!” Liep u trouwens als Kamerlid ook altijd weg als Janmaat aan het woord kwam? “Ja, zeker. Ik kon die man niet aanhoren. En dat heb ik nog steeds bij Wilders en Baudet. Ik vind het vooral erg dom. Maar ik zou nu wel de discussie aangaan om hun aanhang te winnen. Wat dat betreft is het wel jammer dat de CPN niet meer bestaat. Daar zaten mensen bij die zo’n discussie wel aangingen. Dat had met de arbeiderscultuur te maken, waarin de dingen soms keihard bij de naam worden genoemd. Soms hard tegen hard, maar doorgaans fair, in de sfeer van ‘het zijn rot-allochtonen, maar wel ónze rot-allochtonen!’ Ze werden verdedigd, iedere gastarbeider mocht blijven, mits hij werkte en zich gedroeg. Maar kritiek werd niet uit de weg gegaan. Daarmee viel de CPN wel uit de toon hoor, bij de andere linkse partijen. De PSP wilde heel de wereld binnenhalen, heette het bij ons, de PPR was erg moralistisch, en de PvdA durfde sowieso nooit iets te zeggen op dat vlak. CPN-leider Marcus Bakker wel, al had hij het gelijk zeker niet altijd aan zijn zijde. Maar hij durfde het aan te kaarten, vanuit het besef dat hij hierin gesteund werd door de arbeiders. En vaak klopte dat ook.” Ik heb dat solidariseren van linkse partijen en linkse mensen met de verdrukten altijd gewantrouwd. Volgens mij houdt links helemaal niet van de mensen uit die onderkant, daar haalt men ten diepste zelfs de neus voor op. “Het huidige links bestaat voor een groot deel uit mensen uit de middenklasse: goed opgeleid, intellectueel, netjes, beter gesitueerd. Van oudsher heeft die groep weinig persoonlijke binding met de onderkant, want de onderkant is ruw. Tegelijkertijd bestaat bij links het gevoel dat ze die onderkant wel moeten beschermen. In wezen een afstandelijke en moralistische houding, die niet zoveel te maken heeft met de werkelijkheid. Kenmerk van de middenklasse is ook dat men altijd alles wil af- en toedekken.” Die onderkant heeft ook weinig op met het klimaat. Jan Terlouw, oudgediende van D66, zei onlangs dat de pandemie erg is, maar in geen verhouding staat tot de klimaatcrisis die ons te wachten staat. “Niks voor mij, zo’n opmerking. Het heeft helemaal geen zin om theoretisch een nog grotere ramp te voorspellen. Daarvoor zit je niet in de politiek. Je zit in de politiek om wegen te vinden hoe met de ramp van nu om te gaan. Dat was ook altijd het twistpunt tussen bijvoorbeeld de CPN en PPR, waar vooral in doemscenario’s werd gedacht. Zinnig om het onderwerp op de agenda te krijgen, maar nu? Je zult nu maar jong zijn en al die rampspoed op je af horen komen… De klimaatramp is van zo’n grote orde, dat je er gewoon geen grip meer op kunt krijgen. Wat moet je dan nog in de politiek, als dit enorme onheil je te wachten staat?” Het realiseren van de verschillende klimaatdoelen zal heel veel geld gaan kosten, juist en vooral voor particulieren. Misschien wel onrealistisch veel. Eigenlijk hoor je linkse partijen daar zelden over. Maarten van Poelgeest, de man die onze huizen gasvrij wil maken, meent dat het een ongelijke strijd is zolang de gasprijs zo laag blijft. Die moet dus omhoog, is zijn idee, maar dat mag ik dan als burger betalen?! “Die vermaarde transitie moet aantrekkelijker worden voor mensen, niet alleen in de prijs. Mijn hoop is echt gericht op al die jonge mensen die nu studeren aan de universiteiten in Delft, Twente of Wageningen, en die binnen niet al te lange tijd met uitvindingen komen die goedkoop zijn en heel dicht bij de mensen staan. Dankzij de digitale revolutie kun je straks gewoon in je eigen tuin of op je balkonnetje energie opwekken. Ontwikkelingen, uitvindingen die veel minder afhankelijk zijn van grootschalige netwerken, maar waarvan je dichtbij en laagdrempelig gebruik kunt maken. Een beetje zoals nu al de computer de temperatuur in huis regelt, of de deur opent en dichtdoet. Richt je niet op de politiek, zou ik zeggen, maar op de uitvinders. Van hen moet het komen, hoor.” Daar lees ik niks over bij links. Ook niet bij Terlouw, die overigens altijd wel dweept met jongelui. “Terlouw is natuurlijk wel… een tachtiger! Die komt uit een stroming die vooral gericht is op waarschuwen. Maar nogmaals, jonge mensen zijn doof geworden voor politici die steeds maar weer waarschuwen over hoe slecht het gaat met de planeet. Jongeren hebben niets aan pessimisme, daar worden ze neerslachtig van, dan maken ze zich niet meer druk om wezenlijke zaken en vluchten ze in YouTube-filmpjes of Instagram. Of ze kopen alvast een boot die ze vastbinden aan het balkon, zodat ze weg kunnen als het hier onderloopt.” Alle hoop en zegen moet dus komen van de techneuten? “Als je ziet hoe nu al plannen bestaan om agrarische grond vlak bij zee in te richten, zodat we zeegroenten kunnen telen. Zo zijn er oneindig veel ideeën, waar ik heel blij van word. De toekomst is aan durf, improvisatie, zegt bijvoorbeeld rijksbouwmeester Floris Alkemade. Het is de kern van zijn essay dat onder de titel De toekomst van Nederland verscheen. Daarin beschrijft hij niet alleen de onvermijdelijkheid van verandering – om complexe vraagstukken over klimaatverandering, woningnood en voedselproductie van antwoorden te voorzien –, maar ook hoe ingewikkeld veranderen eigenlijk is. Niet voor niets noemt hij veranderen een kunst, waarvoor improvisatie, durf en verbeeldingskracht noodzakelijk zijn. Er is echt maar één mogelijkheid om eruit te komen, en dat is: creatief zijn. Niet somberen, maar aanpakken. Niet alleen nationaal, maar ook internationaal. Dat geldt ook voor de politiek. Concrete verandering die hoop geeft, met de poten in de klei, die houding. Zo presenteert een nieuwe Europese beweging als Volt zich bijvoorbeeld. Spreekt mij heel erg aan.” Wat vermag de gevestigde politiek dan nog? “Nou, niet veel meer, vrees ik. Innovatie gaat niet uit de politiek komen. Veel meer uit technologie, bij ondernemers, start-uppers, ngo’s, en wat dacht je van de boeren? Bij hen ligt het initiatief. Het gaat niet meer om ideologieën. De politiek komt pas daarna en is er hoogstens nog voor de uitvoering, de implementering van veranderingsstrategieën, die dus optimistisch van toon zullen zijn.” Verlangt u nog wel eens naar het Kamer-lidmaatschap? “Als ik Baudet hoor en zie, dan heb ik de neiging om te denken: ik moet de Kamer in, want ik ga dat debat met die man een keer echt aan. Waar is het verhaal van links tegenover Baudets riedel? Links kan niet alleen tegen zijn, zijn denkbeelden bekritiseren zonder daar iets tegenover te stellen. Links reageert op rechts, maar reageert veel te weinig op wat er in de samenleving leeft. Met zulke grote verschuivingen moet de politiek zelf veranderen.” Dus u stelt zich verkiesbaar? “Nee joh. Ik heb in 2010 weleens geprobeerd om terug te komen, maar ja, je bent natuurlijk ook een concurrent. Je hoort ze in die fractie denken: die oude dame, die wil ook zo nodig terug – hoezo?” Nog weleens heimwee naar de CPN dan? “Meer naar de stijl van discussiëren, zoals ik eerder al zei. Je moet bedenken dat het lang geen pre was om CPN’er te zijn. Ook niet in GroenLinks. Ik ben eens in een strijd verwikkeld geweest om het burgemeesterschap van Groningen, toch een bakermat van het oude communisme. Als er een referendum was gehouden, was ik het zeker geworden. Maar PvdA’er Peter Rehwinkel werd benoemd door PvdA-commissaris Max van den Berg. Om mij heen hing kennelijk te weinig de geur van de PvdA, en te veel die van de CPN. Zeker na de val van de Muur in 1989 stond je er als ex-communist slecht voor in de beeldvorming. Rehwinkel struikelde over zijn naïeve inschatting van een social media-party in Haren, dat uit de hand liep. Ik sms’te Max van den Berg: ‘had jij mij toch maar moeten nemen!’ Nooit meer iets op gehoord.” In het najaar van 1995 haalde Frits Bolkestein uit naar die oud-communisten die geen rekenschap hadden afgelegd over de steun die zij in het verleden aan dictatoriale regimes verleenden. Heeft u dat eigenlijk ooit gedaan? “Hij riep dat wel, maar hij heeft mij niet gevolgd, of liever gezegd niet willen volgen. Dan had hij geweten dat ik als CPN-Kamerlid vanaf het begin voor democratie in socialistische landen ben opgekomen. In 1981 heb ik nog met de VVD gedemonstreerd tegen de militaire staatsgreep in Polen, met als gevolg protest tegen mij uit eigen CPN-gelederen.” Hoe dan ook, uit uw relaas maak ik op dat links in crisis verkeert. Is dat exclusief voor Nederland? “In de aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen zag je hetzelfde: Trump is natuurlijk een verschrikkelijke man, maar wat er de afgelopen termijn is gebeurd, is fascinerend. Trump zei bij zijn aantreden dat hij niet tot de elite behoorde, die elkaar de baantjes toeschoof. Trump vertegenwoordigde de arbeiders die zich opzijgezet voelden, die vonden dat hun belangen werden verkocht aan China. Dat voelde Trump goed aan, hoe je het wendt of keert. In Nederland zie je hetzelfde met Hoogovens, Tata Steel. Volg daar de vakbondsstrijd. In de aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen (die ten tijde van het interview nog moesten plaatshebben – red.) zat ik steeds te wachten op een weerwoord van de Democraten. Maar er kwam niets overtuigends. Niet van Biden, niet van Obama en ook niet van Clinton. Dat vond ik ernstig, want uit die stilte leidt de massa af dat Trump het kennelijk goed ziet.” Er is geen tijd meer voor ideologisch geharrewar. Er moet aangepakt worden Wie is de Nederlandse Trump? “Baudet, zonder meer. Ondertussen sluiten ook steeds meer intellectuelen zich bij hem aan. Dat is ernstig, zeer ernstig. Waarom? Onverantwoord en opportunistisch denken. Baudet wil bijvoorbeeld uit de Europese Unie stappen, het idee alleen al is onzinnig en schadelijk. Onmogelijk ook.” Ik vrees toch dat er op links niemand is die hem aankan. “Dat zou kunnen. Misschien moet links iemand vrijstellen die alle teksten van die man doorploegt en van een tegengeluid voorziet. En dat wel in begrijpelijke taal. Ja, dat zou wel wat voor mij zijn. Maak ik er een boek van of een pamflet, een podcast. Wie weet.” De strekking van uw verhaal? “In mijn actieve, politieke jaren dachten we de wereld een beetje beter te kunnen maken. Nu zijn de problemen toch van een andere orde: klimaat en de dreiging van totale vernietiging, open grenzen en de vluchtelingen, globalisering en de implosie van sociale verbanden – geen zuilen en ieder voor zich; een cocktail waarvan je ontzettend depressief kan worden. Ik ben zeventig jaar, ik zit de jaren die mij resten nog wel uit en hopelijk op een aangename wijze. Maar mijn dochter en jouw jongens, die moeten verder. “Er is geen tijd meer voor ideologisch geharrewar. Er moet aangepakt worden. Durf, inspiratie en improvisatie, daar gaat het nu om. Oefenen in het oplossen van ingewikkelde vraagstukken. Vluchtelingen naar Nederland halen? Een ondernemer zegt: ik koop vijfhonderd stoelen en stuur een vliegtuig. En beweert Wilders dat door Mohammed en Fatima de zorg op de ic’s ten koste gaat van Henk en Ingrid? Hup, gaan we kijken of dat zo is. En als Wilders gelijk heeft, dan gaan we naar Mohammed en Fatima en hun gemeenschap, en vragen we wat we er met zijn allen aan kunnen doen. Die mentaliteit, die opstelling, dat gaat het helemaal worden.” Frans van Deijl - HP DE TIJD - 29 november 2020

    01 January 2021 lees verder
  • Luisteren en analyseren

    Een client wil niet overvallen worden door een verloren zaak!

    Goed kunnen communiceren met je client behoort tot de belangrijkste eigenschappen van een advocaat. Er achter komen waar het conflict over gaat - en vooral waarom het is ontstaan - lijkt gemakkelijk, maar is het niet.Toch is dat essentieel want een gekwetst mens - organisatie/bedrijf - is geneigd er op los te slaan, ongeacht de consequenties. Een advocaat dient de emoties voorbij te gaan en te analyseren waar het echte belang van zijn/haar cliënt ligt. Een poging tot schikking of een procedure? Een principiële rechtszaak of een mediation? In mijn eerste periode als advocaat zat mijn patroon - ja, die heeft een jonge advocaat nog steeds - vaak te peinzen in zijn leren fauteuil en vroeg mij wat ik vond van een bepaalde zaak. 'Kijk Ina', zei hij, 'je kunt wel gelijk hebben maar de klant is pas tevreden als hij ook gelijk krijgt!'. Luisteren en analyseren dus en waarschuwen als het er niet in zit. Want een cliënt wil niet overvallen worden door een verloren zaak!

    15 December 2020 lees verder
  • Politiek

    Een vak voor het hart en het verstand

    Om een zaak te winnen heb je tijd nodig om na te denken. Luisteren naar je client, analyseren van het conflict, bestuderen van wetgeving en rechtspraak en daarna je conclusie trekken. Ook is het belangrijk om de kneepjes van de procedure te kennen. Advocaten die vaak en veel hebben geprocedeerd weten de do’s en de don’ts. Daarom ga ik graag bij ervaren collega’s te rade. Zij kennen kneepjes van het vak die ik nog niet heb ontdekt. En andersom. Dat geldt eigenlijk voor ieder vak, zeker ook voor de politiek. Een goed politicus is een debater, een bestuurder, een luisteraar, een pleiter …… je kunt het allemaal leren en ook weer niet. Het is een vak voor het hart en het verstand. De een kan niet zonder de ander.

    14 December 2020 lees verder
  • Marcus Bakker

    Een wijze leermeester

    Niets zo waardevol als een wijze leermeester. Dat zegt een Chinees spreekwoord en dat zegt ook mijn eigen ervaring. Ik werd als jong kamerlid ingewijd in het parlementaire vak door een politicus die al veertig jaar op de barricade stond: Marcus Bakker.‘Kijk goed rond’ zei hij tegen mij in de Tweede Kamer bij de regeling van werkzaamheden ‘en besef dat hier veel medestanders zitten die zich ook kunnen ontpoppen als tegenstanders. Niets om je druk over te maken, zo zit het leven in elkaar. Waar het om gaat is dat jij rustig blijft en standvastig, zonder het vuur te verliezen waarmee je de goede zaak verdedigt!’ Hij had gelijk. In stormachtige periodes heb ik veel gehad aan dat inzicht, ook bij spannende rechtszaken.

    13 December 2020 lees verder
  • Kruisrakettendebat

    Het pleidooi of het debat

    Opkomen voor je standpunt, debatteren op basis van argumenten, het overtuigen van de tegenpartij of, als dat niet lukt, van de onafhankelijke derde: dat zijn eigenschappen die je in de politiek hard nodig hebt, maar ook als advocaat tegenover de tegenpartij of de rechter. Het pleidooi of het debat: dat is geen techniek of een kunstje, meer een ambacht dat je het beste uitoefent als je gelooft in de zaak die je verdedigt. Tijdens het kruisrakettendebat van 1985 verdedigde ik hartstochtelijk de terugtrekking van de kruisraketten: in het westen maar ook in het oosten. En ook al wonnen we niet direct, de verandering is er uiteindelijk gekomen. Maar we zijn er nog niet. Kernwapens blijven een gevaar voor de wereld en de wereldvrede! Het pleidooi voor verandering blijft nodig.

    11 December 2020 lees verder
  • Franse autoriteit beboet Google opnieuw

    Google voor de tweede keer beboet door de Franse Autoriteit Persoonsgegevens

    De Commission Nationale de L'Informatique et des Libertés (CNIL), de Franse tegenhanger van de Autoriteit Persoonsgegevens, heeft op 10 december jl. voor de tweede keer fors uitgehaald naar Google voor het overtreden van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR-AVG in Nederlands) door het plaatsen van cookies zonder toestemming van de websitebezoeker en het geven van onduidelijke informatie. In 2019 legde CNIL Google voor een soortgelijke overtreding 50 miljoen boete op. Het beroep van Google bij de Franse rechter daartegen mocht niet baten. Op 19 juni 2020 gaf het Franse Gerechtshof de Franse privacy toezichthouder gelijk en bleef de boete staan op 50 miljoen. Kennelijk heeft Google er weinig van geleerd. De Franse waakhond beet zich vast en voerde, dit keer ook bij Amazon, online onderzoek uit van medio december 2019 tot medio mei 2020. En wat bleek? Google Fr plaatste soms automatisch cookies op de computer van een bezoeker zonder dat daar enige handeling of toestemming voor nodig was, en gebruikte cookies voor advertentiedoeleinden. Amazon Fr, nog niet eerder voorwerp van onderzoek, bleek hetzelfde te doen. In beide gevallen dus een duidelijke inbreuk op de GDPR. Voor serieovertreder Google betekende dit een verdubbeling van de boete: van de eerste 50 miljoen nu naar 60 miljoen voor het moederbedrijf en 40 miljoen voor Google Ireland die Europa bestiert. Amazon Europa kwam er tot nu toe vanaf met 35 miljoen. Daarmee bleef de Franse toezichthouder Europees recordhouder boetes voor overtreding van de privacy verordening. Om een idee te geven; de hoogste boete tot nu toe die de AP heeft uitgedeeld staat op €725.000 voor het verplichten van werknemers tot het geven van vingerafdrukken. Blijft het daarmee een Franse aangelegenheid? Verre van! De nationale toezichthouders zijn Europese organen en stemmen hun beleid op elkaar af. Mocht Google NL een soortgelijke inbreuk maken op de privacywetgeving dan telt de uitspraak van de Franse toezichthouder wel degelijk mee, zeker zolang het Europees Hof er niet anders over heeft geoordeeld. Je kunt zeggen dat CNIL een voorhoederol speelt door zo stevig de strijd aan te gaan met giga-platforms als Google en Amazon. Uitwijken naar een land met een mildere toezichthouder zal niet baten, want ook een Nederlandse rechter zal zich rekenschap geven van de uitspraken van zijn Franse collegae, nu de bedoeling van de Europese Verordening is om de privacyregels te harmoniseren. Nederlandse websitebezoekers van Google e.a. kunnen zich bij een soortgelijke overtreding dus wel degelijk op de uitspraak van de Franse toezichthouder beroepen.

    10 December 2020 lees verder
  • Algoritmesysteem SyRI

    Toeslagenaffaire en opmerkelijke uitspraak rechtbank Den Haag

    Rechtbank Den Haag liep met uitspraak van 5 februari 2020 vooruit op de enquête Tweede Kamer Toeslagenaffaire. De rechter tikte de staat met de uitspraak op de vingers voor de invoering van het Systeem Risico-indicatie (SyRI). SyRI is een instrument dat gebruik maakt van nieuwe data-technologieën en wordt ingezet ter bestrijding van fraude op het terrein van sociale zekerheid en inkomensafhankelijke regeling, belasting/premieheffing en arbeidswetten. De wettelijke basis hiervoor ligt in de artikelen 64 en 65 van de SUWI (Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen). SyRI wordt gebruikt voor het maken van een risicoanalyse, bijvoorbeeld van wijken waar het risico op fraude het grootst zou zijn. Bestanden van een aantal overheidsorganen (gemeenten, UWV, belastingdienst) worden gekoppeld en geanonimiseerd. Zo komt een risicoprofiel naar voren van bepaalde groepen en/of wijken. Persoonsgegevens worden gekoppeld, zoals het arbeidsverleden, immigratie- en inburgeringstrajecten, belasting/toeslagengegevens en boetegedrag. Bekende SyRI projecten zijn: adresfraude Afrikaanderwijk Rotterdam, WGA ( werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten) kwetsbare buurten Capelle aan den IJssel, WGA Haarlem Schalkwijk. Wie in zo’n wijk woont wordt vervolgens scherp onder de loep genomen. De overheid is voornemens om hetzelfde te doen bij groepen bedrijven. Streep door SyRI wetgeving wegens strijd met EVRM De rechtbank Den Haag heeft in haar uitspraak van 5 februari jl. daar een streep door gehaald. In het proces, aangespannen door NCJM, Platform Bescherming Burgerrechten en Privacy First, gesteund door de FNV, oordeelt de rechtbank dat de SyRI wetgeving in strijd is met de algemene beginselen van gegevensbescherming, zoals in het EVRM, maar ook in het Europees Handvest en in de Algemene Verordening Gegevensbescherming( AVG) is vastgelegd. Het doel van fraudebestrijding wordt door de rechtbank erkend, maar daarmee is nog niet iedere inbreuk op het privéleven toegestaan. De inzet van SyRI is een inmenging in het privéleven van de burger en dat mag alleen als daar een wettelijke grondslag voor is. Die is hier onvoldoende, aldus de rechtbank. Daarom verklaart de rechtbank artikel 65 van de SUWI onverbindend, want in strijd met (Europese) regelgeving van een hogere orde. Gevaren van profilering door grote verzameling data De rechtbank verwijst naar het ongevraagde (en door de overheid genegeerde) advies van de Raad van State over de SyRI wetgeving. Daarin wordt gewaarschuwd voor de mogelijke gevaren bij het gebruik van grote verzamelingen data en bij profilering om personen in kaart te brengen met een verhoogd risico. Wijst het algoritme uit dat wijk A een hoog risicoprofiel heeft op fraude dan is iedere willekeurige bewoner bij voorbaat verdacht. 'Big brother is watching you', maar wel zonder dat je dat weet. Waartoe dat kan leiden heeft het toeslagendrama bij de belastingdienst laten zien. Het lijkt erop dat bij de toeslagenfraude ook gebruik is gemaakt van algoritmen op grond waarvan een willekeurige toeslag-ontvanger tot fraudeur is bestempeld, met alle gevolgen van dien. Aansprakelijkheid en recht op schadevergoeding ex artikel 82 AVG Dat deze uitspraak een staartje kan hebben lijkt voor de hand te liggen. De Speciale VN rapporteur voor de Mensenrechten noemt de uitspraak van de rechtbank Den Haag van internationale betekenis. Wie schade heeft geleden door de SyRI projecten - bijvoorbeeld door ten onrechte als fraudeur te zijn aangewezen - kan een beroep doen op artikel 82 van de AVG die het recht op schadevergoeding regelt bij onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Dat zal ongetwijfeld ook bij de toeslagenaffaire nog een rol gaan spelen.

    22 November 2020 lees verder