NRC | geschreven door Ina Brouwer

De baas van landsadvocatenkantoor Pels Rijcken heeft fraude gepleegd. Oude privileges zijn oorzaak van een ongezonde bedrijfscultuur, meent Ina Brouwer.

Hoe kon de voorzitter van het kantoor van de landsadvocaat Pels Rijcken ongezien 10 miljoen euro stelen? Dat was de vraag die NRC zich stelt ( 6/7 mrt) over het geraffineerd frauduleus handelen van de voormalige bestuursvoorzitter Frank Oranje die zo’n 10 miljoen stilletjes wist over te boeken op privérekeningen. Jarenlang kon hij zijn gang gaan zonder dat kantoorgenoten vragen stelden of een accountant er iets verdachts in zag.

„Onbegrijpelijk”, aldus een oud-notaris die zelf op een van de grote kantoren werkte. Het gebruikelijke ‘vier-ogen-principe’, dringend aanbevolen bij het beheer van derdengelden door de Nederlandse Orde van Advocaten, werd bij de landsadvocaat kennelijk niet toegepast.

Wegkijken
De deken van de Haagse orde van advocaten stelt een onderzoek in, evenals de toezichthouder op het notariaat. Maar minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie, CDA) ziet „geen aanleiding tot zorg ten aanzien van de kwaliteit en legitimiteit van de landsadvocaat”, aldus zijn brief aan de Tweede Kamer.

Opmerkelijk is dat niemand zich de vraag stelt hoe deze cultuur van wegkijken kon ontstaan? En wat heeft de monopoliepositie van de Landsadvocaat ermee te maken? Een bestuursvoorzitter van een groot en gerespecteerd advocatenkantoor die jarenlang miljoenen ongezien kon wegsluizen van derdenrekeningen? Waarom werden er geen vragen gesteld? Klaarblijkelijk heerst er bij het instituut van de Landsadvocaat een cultuur van geheimen en stilzwijgen, waarin fraude en corruptie kunnen ontstaan.

De landsadvocaat is in de advocatenwereld een prestigieuze monopolist die bijna alle grote zaken van de overheid behandelt. Pels Rijcken doet meer dan duizend zaken per jaar voor de Staat, behaalt daarmee een gegarandeerde miljoenenomzet, en krijgt veel vertrouwelijke informatie, inzicht in handelen van publieke personen, en grote transacties. Dat betekent ook een delicate verhouding tot de benoemende instantie, tevens opdrachtgever, de minister van Justitie en met de toppen van alle ministeries. Een verhouding die haaks staat op de onafhankelijkheid die een advocaat dient te hebben.

Geheime wereld
Onder die omstandigheden is het voorstelbaar dat een landsadvocaat zich gemakkelijk laat meevoeren in de geheime wereld van topambtenaren, met zwartgelakte alinea’s in ambtelijke stukken, zoals we weten uit de Toeslagenaffaire. Voorstelbaar is ook dat hij gaat denken dat hij alles geheim moet houden, er niemand mag meekijken, zelfs zijn eigen kantoorgenoten niet. Van het een kan zo het ander komen. Een dergelijke monopoliepositie kan een voedingsbodem zijn voor fraude, corruptie en collusie. Daarom bestaan er ook Europese aanbestedingsregels. Vreemd genoeg zijn die kennelijk niet op de landsadvocaat van toepassing. Waarom eigenlijk niet?

Europese aanbestedingsregels schrijven voor dat voor de aanbesteding van publieke diensten boven een bepaald bedrag, zoals de inhuur van externen, een openbare aanbesteding – tenminste drie aanbieders – dient plaats te vinden

Het instituut van de landsadvocaat gaat echter van eeuwenoude privileges uit. Het instituut dateert uit de vijftiende eeuw toen steden in de Nederlanden voor de opstelling van plakkaten en brieven de hulp gingen inroepen van een vaste advocaat.

Later voorzagen ook de Staten van Holland zich van een ‘advocaat van den Lande’ die tevens raadspensionaris was. Johan van Oldenbarneveldt is het bekendste voorbeeld. In de negentiende eeuw was Thorbecke landsadvocaat. Vanaf 1879 werd het aantal landsadvocaten teruggebracht tot één en werd zijn benoeming voorzien bij klein Koninklijk Besluit. De landsadvocaat functioneert onder de minister van Justitie.

Sinds 1969, dus meer dan vijftig jaar, is de landsadvocatuur in handen van het advocatenkantoor Pels Rijcken. Alle landsadvocaten (het is een persoonlijke titel, het kantoor gaat mee) zijn partner van dit kantoor. Ze dragen daarmee een grote verantwoordelijkheid voor de fraude die in hun midden door hun eigen bestuursvoorzitter heeft plaatsgevonden.

Ongeacht het resultaat van het fraudeonderzoek dat nu loopt moet de vraag beantwoord worden of het niet hoog tijd wordt dat dit instituut in lijn wordt gebracht met de antimonopolie- en aanbestedingsregels van Europa. Er zou bijvoorbeeld om de vijf jaar een openbare aanbesteding van de functie van landsadvocaat moeten plaatsvinden. Conform de eisen die aan iedere publieke organisatie wordt gesteld omwille van de broodnodige transparantie op de besteding van publieke gelden. Het is niet nodig te wachten op de uitkomsten van het onderzoek om die aanpassing aan de Europese regels in gang te zetten.